RAVO is niet alleen een begrip geweest voor Ravenstein en directe omgeving, maar voor het gehele buitengebied. Een bedrijf, dat zijn grote opgang kende en zijn schoenproductie opbouwde, toen de schoenindustrie in geheel Nederland begon terug te zakken. Het principe van RAVO was: ‘een kwaliteitsschoen brengen en dat ook aan de consument kenbaar te maken’. Herkomst van de naam RAVO De periode Suermondt Hendriks neemt het bedrijf over Andere leiding na de periode Suermondt Periode van bloei onder de directie Theeuwes
Geschiedenis van de leerindustrie in Ravenstein
Ignaat groeide met het bedrijf op en koos het tot zijn vak. Als jongeling al maakte hij zich zelfstandig door in 1885 een eigen looierij en een schoenmakerij met thuiswerkers te vestigen.
in Frankfurt de eerste Velocitas snelpenmachine voor voet- en krachtbeweging en de kantenschrooi-machine.
maar al zijn tijd moest besteden
aan het beheer van de fabriek. Toen zijn kinderen groter werden kreeg hij assistentie. De oudste, Willem, bezocht in 1912 een jaar lang de looierijschool in het Engelse Leeds en woonde daar colleges bij van professor Procter om zich in de looierij te bekwamen.
failliet, maar werd overgenomen door de firma Hendriks uit Nijmegen, een zwager van Willem. In 1933 werd opgericht Ravo Leder- en Schoenfabrieken N.V. Het bedrijf werd draaiende gehouden tot juni 1941, toen de firma Heijbroek het opkocht voor 16.000 gulden.
zat’ was. De looierij werd afgestoten, want daarvoor had de gemeente Ravenstein geen interesse.
Bij de speurtocht naar nieuwe systemen en technieken kwam Harry Theeuwes rond 1960 in contact met de grote Engelse schoenfabriek G.B. Britton and Sons in Bristol, die in Engeland faam had gemaakt met hun Tuf-schoenen en de daarvoor geldende garantietermijn van 6 maanden. Daaruit groeide een samenwerkingverband, nl. op het gebied van techniek en know how, waarvoor Britton zich in het Ravensteinse bedrijf inkocht.